Visie

Visie op armoede

“Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen.
De kloof tussen de armen en de rest van de samenleving kan enkel duurzaam overbrugd worden wanneer de samenleving het beschikbare economische, sociale en culturele kapitaal voor hen toegankelijk maakt, wat een fundamentele herinrichting van de samenleving veronderstelt. Enkel zo krijgt iedereen gelijke kansen op een volwaardige sociale positie en de daarbij horende rollen en status – evenals op de mogelijkheid om volwaardige interacties en communicatie aan te gaan en om zelfwaarde te ontwikkelen. Dat houdt noodzakelijkerwijs in dat de samenleving een appèl doet op het psychologisch kapitaal van personen die in armoede leven en van hun omgeving.”
 (Vranken, De Boyser, Geldof en Van Menxel, 2002)

Deze definitie maakt de complexiteit van armoede zichtbaar en geeft duidelijk aan dat armoede uitsluit. En dus lezen we in het tweede deel van de definitie een oproep naar de brede samenleving: armoede aanpakken is de verantwoordelijkheid van de hele samenleving. En daarbij moet ze een beroep doen op de brede ervaring van mensen die in armoede leven.
Armoede heeft vele gezichten en kleuren.
De bevolking in ons land is in toenemende mate gekenmerkt door superdiversiteit. Het armoederisico is ongelijk verdeeld over die diverse bevolking. De verschillende dimensies van iemands leven (gender, sociale klasse, migratiegeschiedenis, opleidingsniveau, gezondheid, leeftijd, huidskleur, enz.) geven ons aanknopingspunten om de diversiteit in de groep mensen in armoede enerzijds en hun meervoudige achterstelling anderzijds te duiden. 
Leven in armoede en het veelvuldig ondergaan van uitsluiting weegt zwaar. Armoede kwetst diep, en die kwetsuren helen slechts heel langzaam. Het zorgt ervoor dat mensen angstig en wantrouwig worden en de verbinding met zichzelf, de omgeving, de samenleving en de toekomst verliezen. We zien veel schaamte, onzekerheid en minderwaardigheidscomplexen bij mensen met armoede-ervaring. 
Om de complexiteit van sociale uitsluitingen zichtbaar te maken, spreken we van ‘mensen in armoedesituaties’. Om de psychische component zichtbaar te maken, spreken we van ‘mensen met armoede-ervaring’. ‘Mensen in armoede’ bindt beide samen en geldt als verkorte vorm.

Visie op armoedebestrijding

Om armoede echt aan te pakken, moeten we onze aandacht niet alleen richten op armoede zelf, maar evenzeer op de samenleving die armoede altijd opnieuw voortbrengt en in stand houdt. De manier waarop onze samenleving is ingericht maakt immers dat sommige mensen uit de boot vallen.
Een samenleving zonder armoede en uitsluiting is voor Welzijnszorg een inclusieve samenleving: 

“Inclusie betekent de insluiting in de samenleving van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten. Inclusie wordt gebruikt in het discours rond allochtonen, kansarmen, en mensen met een functiebeperking. Het is een belangrijk topic in de hulpverlening, naast het recht op arbeid, empowerment en positieve actie. Inclusie staat voor gelijkwaardigheid en volwaardig burgerschap en wil een samenleving creëren zonder drempels en dit voor mensen met een functiebeperking, voor etnisch-culturele minderheden, voor kortgeschoolden, voor armen, enz. De verantwoordelijkheid tot ‘aanpassing’ ligt niet bij een sociaal achtergestelde groep, zoals bij integratie. Het is de maatschappij die zich aanpast en diversiteit als een meerwaarde ziet. Hindernissen voor sociale participatie worden verwijderd, zodat iedereen naar eigen vermogen kan deelnemen aan het maatschappelijk leven.” (Janssens, Lambaerts, Wouters & Devillé, 2017)

Net daarom blijft armoede(bestrijding) een belangrijk maatschappelijk thema, niet enkel als een ‘welzijnsproblematiek’, maar ook als een sociaal-cultureel gegeven en opdracht. Het gaat om ons allemaal, en de manier waarop we onze samenleving vorm geven. Daarbij gaan we als Welzijnszorg voor een duurzame, inclusieve, solidaire en democratische samenleving. We laten onze stem horen.

“50 jaar Welzijnszorg is een stem van protest. We kiezen heel duidelijk voor de kwetsbaren in de samenleving. We weten immers wat het antwoord op armoede is: solidariteit. Als samenleving hebben we beslist dat we samen verantwoordelijkheid opnemen voor het welzijn van iedereen.” (Annabel Cardoen / Welzijnszorg: Samen solidair tegen armoede. Campagnedossier 2019)

Welzijnszorg geeft in haar campagnes, sensibilisatie, educatie en politiserend werk op die basis een gezicht aan armoede. Vele gezichten.

Sensibilisatie

Het appel aan de samenleving om mechanismen van uitsluiting te herkennen, te verminderen en uit te bannen, moet zich richten op de individuele burger, maar ook op georganiseerde groepen, het middenveld en het beleid. Daarbij is het partnerschap met en de bijdrage van mensen in armoede fundamenteel.

Mobilisatie

Groepen en individuen, organisaties en instellingen, geraakt door het onrecht dat armoede is, moeten zich aangezet voelen tot het ter discussie stellen van de huidige maatschappelijke ordening, tot nadenken over hoe we de samenleving willen vormgeven en een alternatief maatschappijmodel publiek verdedigen. 
Groepen en individuen, organisaties en instellingen, geraakt door het onrecht dat armoede is, moeten aangespoord worden de krachten van mensen in armoede te ontdekken, te versterken, te ondersteunen. Naast structurele, wetgevende en situatieverbeterende of preventieve initiatieven is de erkenning en de inzet van hun kracht noodzakelijk om ‘samen tegen armoede’ waar te maken.

Inzichtverruiming en educatie

We stelden de voorbije jaren vast dat sensibilisatie en informatiecampagnes, zelfs gecombineerd met goede wetgevende initiatieven, niet voldoende zijn voor een globale verbetering van de situatie van mensen in armoede. Dieper inzicht verkrijgen via dossiers en educatieve initiatieven, dieper ervaren wat armoede in iemands leven teweeg brengt door ontmoeting en ervaringsleren, dieper doorzicht krijgen in de noodzakelijke procesmatige aanpak van de organisatiecultuur en -structuur zijn nodig om de participatie van mensen in armoede aan het dagdagelijkse maatschappelijk en socio-culturele leven duurzaam te realiseren.

Structurele aanpak

Geen kruimels maar rechten! Armoedebestrijding is een zaak van basisrechten die een samenleving voor iedereen moet garanderen. Deze basisrechten moeten in hun samenhang gerealiseerd worden: enkel zo kunnen we armoede ook echt uitsluiten. Het garanderen van basisrechten aan iedereen veronderstelt een herverdeling van middelen (rijkdom) als we armoede in een mondiaal perspectief en over verschillende generaties heen willen bestrijden. Sociale zekerheid (in een ruime betekenis) moet deze rechten structureel realiseren, en daartoe is een solidair draagvlak noodzakelijk in de samenleving (het samenspel van ‘warme’ en ‘koude’ solidariteit).
Daarnaast is het blootleggen van armoede veroorzakende systemen in onze samenleving nodig om de strijd voor de rechten te versterken.

“Maar we verwachten ook dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt. We verwachten een beleid dat solidariteit hoog in het vaandel draagt, een beleid dat ver weg blijft van het vingerwijzen naar mensen in armoede. We zijn er van overtuigd dat armoede uitsluiten een positief effect heeft op de hele maatschappij. We worden er allemaal beter van.”  (Annabel Cardoen / Welzijnszorg: Samen solidair tegen armoede. Campagnedossier 2019)

Visie op solidariteit

Solidariteit kan gedefinieerd worden als “De bereidheid van leden van een samenleving (of sociale groep) om te delen en herverdelen met elkaar vanuit een gevoel van lotsverbondenheid en loyauteit”. (Schuermans, Oosterlynck, Swerts, Vandenabeele, & Jans, 2017)
Zowel delen als herverdelen worden genoemd. 
Delen is samen met anderen gebruiken. Herverdelen gaat over een ander manier van delen. Beide woorden lijken sterk op elkaar, maar toch is er een belangrijke nuanceverschil. Bij herverdelen denken we onmiddellijk aan het samenbrengen van middelen om deze dan te herverdelen over de leden van de groep. Ook het gevoel van verbondenheid is een essentieel onderdeel van solidariteit. Het hangt samen met het deel uitmaken van een samenleving of groep. Er zijn verschillende redenen waarom mensen solidair zijn. In het sociologisch onderzoek worden de redenen ‘bronnen van solidariteit’ (Oosterlynck & Van Bouchaute, 2013) genoemd.

  • Wederzijdse afhankelijkheid: In een samenleving doen we een beroep op elkaars vaardigheden en kennis. Volgens deze opvatting zijn we solidair met elkaar omdat we elkaar nodig hebben.
  • Gedeelde normen en waarden: Wederzijdse afhankelijkheid kan niet genoeg zijn om solidariteit te verklaren. Er zijn sociale banden tussen de leden van de groep nodig, anders zou wederzijdse afhankelijkheid voor egoïsme zorgen. Gedeelde normen en waarden zorgen voor die sociale banden.
  • Strijd: Zowel in de opvattingen over wederzijdse afhankelijkheid en gedeelde normen en waarden wordt er geen rekening gehouden worden met macht. Samen ten strijde trekken, verbindt mensen. Het kan zorgen voor solidariteit onder de gelijkgestemden.
  • Ontmoeting: Een vierde opvatting over solidariteit speelt zich af tussen individuen. Daar waar mensen elkaar ontmoeten, kan solidariteit ontstaan. Door ontmoeting kunnen we ook solidair zijn met mensen die niet tot onze groep behoren of niet strijden voor dezelfde ideeën.

Verschillende vormen van solidariteit vullen elkaar aan. Solidariteit is een aaneenschakeling van kleine en grote solidaire gebaren en acties. Wij zien solidariteit als een proces. Een proces met als startpunt het geraakt worden door onrecht. Voor Welzijnszorg is het geraakt worden door het onrecht dat armoede is de basis van onze werking. Die geraaktheid kan komen door een persoonlijk verhaal of persoonlijke ontmoeting. Ze kan ook vertrekken vanuit het geloof dat een rechtvaardige samenleving mogelijk is. Armoede raakt ons omdat ze raakt aan het ideaalbeeld van een rechtvaardige samenleving.

Visie op het belang van netwerkvorming en vrijwilligersbetrokkenheid

Onze baseline “Samen tegen armoede” is geen holle slogan.

“Om onze grote droom waar te maken, een samenleving zonder armoede, hebben we iedereen nodig. We vragen jullie, onze medestanders, om samen solidair te strijden tegen armoede. We doen een oproep aan politici en beleidsmakers om ook een volgehouden inspanning te leveren in de strijd tegen armoede.” (Annabel Cardoen / Welzijnszorg: Samen solidair tegen armoede. Campagnedossier 2019)

Het belang van samenwerkingsverbanden, vrijwilligersbetrokkenheid en engagement kan niet overschat worden. 
Zonder vrijwilligers kan Welzijnszorg geen plaatselijke of lokale acties voeren, zonder achterban geen draagvlak voor onze standpunten. Zonder samenwerkingsverbanden geen brede maatschappelijke beweging of geen kruisbestuiving van expertise en ervaring.
Dit betekent niet dat we ervan uitgaan dat armoede enkel moet of kan bestreden worden door privaat initiatief, vrijwilligersinzet of caritatieve initiatieven. Neen. Het draagvlak, het netwerk moet er net mee voor zorgen dat structurele maatregelen mogelijk worden, dat er een druk van onderuit ontstaat die onze beleidsmakers in de goede richting stuurt.

Visie op de rol van ervaringsdeskundigheid in de bestrijding van armoede

Mensen in armoede zijn actieve partner in de strijd tegen armoede. Welzijnszorg maakt gebruik van verschillende vormen van ervaringsdeskundigheid uit Welzijnsschakels, lokale armoedeprojecten
en andere samenwerkingsverbanden.

Welzijnszorg zet deze ervaringsdeskundigheid op verschillende terreinen:

  • In dialoogprocessen worden de reële problemen van mensen armoede in kaart gebracht. De synthese van deze processen is de basis voor het opbouwen van de sensibiliseringsboodschap. Die inhoud wordt aangevuld met wetenschappelijk inzichten, terreinkennis en onderzoeksgegevens.
  • In educatie. Vanuit hun ervaringsdeskundigheid ondersteunen professionelen en vrijwilligers met armoede-ervaring de educatieve medewerkers van Welzijnszorg en maken ze vormingontvangers gevoelig voor het perspectief van mensen in armoede. Ervaringsdeskundigen zijn in deze zowel rolmodel als brugfiguur. Dat deze ervaringsdeskundigen werken vanuit een vergrote gevoeligheid voor de situatie en de beleving van mensen in armoede, maakt meteen ook hun professionele meerwaarde uit.

Visie op het werken in de vrije tijd

Om een samenleving zonder armoede en uitsluiting te realiseren, moeten alle actoren in die samenleving aangesproken worden. We geven in onze missie aan in dialoog te gaan met mensen in armoede, armoedebestrijders, beleidsmakers, sociale organisaties, academici en vrijwilligers.
Het gros van onze werking blijft gericht op het brede publiek, los van hun professionele context. Binnen dat brede publiek onderscheiden we in de concrete werking uiteraard doelgroepen en bepalen we prioriteiten, maar we spreken mensen aan als persoon, die zich laat raken door het onrecht dat armoede is. Van daaruit willen we het draagvlak voor armoedebestrijding opbouwen.

Armoede aanpakken in de samenleving houdt in dat we mensen ook aanspreken op hun professionele verantwoordelijkheid:

  • Politici en beleidsverantwoordelijken, om een beleid te ontplooien dat de situatie van mensen in armoede structureel en duurzaam verbetert;
  • Academici, als bron van kennis en vanuit hun verantwoordelijkheid om beleidsrelevante gegevens te verzamelen;
  • Verantwoordelijken van organisaties en instellingen, bijvoorbeeld op hun toegankelijkheid voor mensen in armoede;
  • Mensen die professioneel in contact komen met mensen in armoedesituaties en/of met armoede-ervaring;
  • Enz.

Ons sectorgerichte educatieve aanbod richten we prioritair naar

  • Sociaal-cultureel werk. 
  • Onderwijs

Ons doelgroepgerichte educatieve aanbod spreekt mensen aan op hun persoonlijke en/of op hun professionele interesses, maar in hun vrije tijd. Een voorbeeld: we hebben al inleefweken georganiseerd in samenwerking met lokale besturen, voor OCMW-mandatarissen en -personeel, maar het gebeuren inleefweek speelt zich af in de thuissituatie, met het eigen gezin.