Marina Getuigt

Ervaringsdeskundige Marina (55)

ONTWAPENT KANSARMOEDE MET DE GLIMLACH

Marina is gezins- en bejaardenhulp, Welzijnsschakelvrijwilliger en medewerker bij de Welzijnszorgstartavonden. Ze heeft een dochter en een kleinzoon van vier, en ze pakt uit met een stralend charisma. Dat het de kleine dingen in het leven zijn waarvoor we oog moeten hebben, benadrukt ze. Want dat het net die zijn die ons het hoofd boven water helpen houden. De bijhorende blik vertelt dat ze ook zelf al heel wat watertjes moest doorzwemmen.

“Ik heb altijd graag voor en met mensen gewerkt. Zo was ik ruim elf jaar zelfstandig koerier en deed de baan van Limburg tot Leuven. De zaken gingen goed en ik amuseerde me onderweg. Tot er enkele slechte klanten en een foute levenspartner mijn pad kruisten. En, geloof me vrij, dan kan het snel gaan.

Voor ik het goed en wel besefte zat ik diep in de problemen. In 2013 ging mijn zaak overkop. Ineens was ik alles kwijt. Dat doet wat met je. Ik heb me tweeënhalf jaar teruggetrokken.

Het alleen zijn leek een compensatie voor de jaren die ze aan anderen had geschonken, blikt ze terug. Het werd een uitdaging tijd te nemen voor zichzelf, in plaats van die aan anderen te besteden. “Het klinkt absurd, maar mijn maandelijkse manicure was de enige luxe die ik nooit heb opgegeven. Blijven onder de mensen komen en er altijd verzorgd uitzien, wat er ook speelt - dé levensles die mijn moeder me meegaf.”

Collectieve schuldenlast is een constante bezigheid die je leven overheerst en aan je trots vreet, deelt Marina. “Ik kende het OCMW van vroeger, want ik had er zelf nog voor gewerkt. Maar het vraagt heel wat lef om er zelf aan te kloppen.” Toch gelooft ze dat samen synoniem staat voor sterker. “Doorbreek de schaamte. Wacht niet tot het te laat is, maar stap snel genoeg naar het OCMW en werk er samen aan een financieel stappenplan. Als je actief meewerkt, kan je er op relatief korte termijn alweer van af zijn.”

Toen Marina haar leefloon ging ophalen, zag ze dat vereniging Het Open Poortje vrijwilligers zocht. Ze bood zich aan en werd één van de bezielers. “We zijn een ontmoetingsplaats en tweedehandsboetiek. We verkopen geschonken speelgoed en outletkledij aan zeer democratische prijzen, maar etaleren vooral erkenning en hartelijkheid. Met de opbrengst van de winkel en onze drankjes organiseren we betaalbare uitstappen. Kinderen, ouderen, mensen met armoede-ervaring of een beperking, eenzamen, vluchtelingen, nieuwkomers … Iedereen is welkom.”
Natuurlijk wordt er al eens gehuild, maar nog veel vaker gelachen en gedanst. “Hier bloeien mensen opnieuw open. De uren die we hier verslijten zijn onbetaalbaar, in elke zin van het woord. Sociale cohesie is het allerbelangrijkste.”

Armoede is zo’n breder en complexer fenomeen dan het loutere financiële plaatje. Het gaat ook over een tekort aan sociale contacten. 

Toch lijkt de drempel en het schaamtegevoel in kleine gemeentes vaak moeilijker overbrugbaar. ‘Mensen kunnen hard zijn in hun vooroordelen. Hier verdwijn je moeilijker in de stedelijke anonimiteit. Mensen met armoede-ervaring zijn geen armoezaaiers.’ Vandaag mag je haar gerust een voorvechter voor zorgbehoevenden noemen. Sociaal geëngageerd tot lang na haar werkuren en helemaal heropgeladen. Sociale bewogenheid blijkt de grootste drive die mensen vooruit helpt.