De politieke eisen van 'Allemaal digitaal?!'

De politieke eisen van 'Allemaal digitaal?!'

Samen met de campagnepartners komt Welzijnszorg op voor het recht van mensen om digitaal mee te zijn en het recht om niet mee te doen. We willen een samenleving die iedereen betrekt: digitaal actief of niet, we laten niemand achter!

Tijdens de campagne hebben we veel aandacht voor de problemen die digitalisering met zich meebrengt voor mensen in een armoedesituatie. Maar Welzijnszorg wil ook oplossingen aanreiken. Om digitale drempels en uitsluiting weg te werken, moet ook de overheid aan de slag. Kort samengevat komt het er op neer dat de overheid moet garanderen dat mensen toegang hebben tot internet, tot toestellen, tot vorming en ondersteuning én dat de eigen diensten van de overheid steeds toegankelijk zijn.

Eis 1: erkenning van de toegang tot het internet als een basisrecht, met een automatisch toegekend sociaal tarief.

Basisrecht

Internet is essentieel geworden in ons leven, maar dat weerspiegelt zich nog niet altijd in wetgeving en in de omgang met mensen in armoede. Want hoewel verwacht wordt dat iedereen digitaal actief is en kan communiceren met overheid en diensten, ervaren mensen in armoede toch nog steeds dat ze worden aangekeken over het hebben van deze “luxeproducten”.

“Tegenwoordig is het zo normaal dat iedereen een emailadres heeft. Besta je eigenlijk nog zonder emailadres? Op ziekenkas, op je werk, bij de vakbond, op school, als werkzoekende bij de VDAB, je hebt het overal voor nodig. Bij de VDAB kan je daar op de computer, maar wat met job aanbiedingen? Je hebt een goede GSM nodig! Een smartphone is nodig maar toch word je er op aangekeken als je die hebt als persoon in armoede.”- getuigenis van een ervaringsdeskundige

Een manier om weg te raken uit deze paradox is om toegang tot het internet als basisrecht te erkennen, net zoals het recht op water en elektriciteit. Een erkenning als basisrecht houdt in dat de overheid de toegang tot internet voor alle burgers garandeert.

Hoge prijs

In België liggen de cijfers voor toegang tot het internet redelijk hoog. Ondertussen gaat het al om 94%. Met zulke hoge cijfers lijkt het alsof de toegang al verzekerd is, en dat er dus geen nood meer is aan steun van de overheid. Tegelijkertijd tonen de cijfers ook dat de prijs voor internettoegang in België hoog ligt. Zeker gezinnen met kinderen doen hun uiterste best om internet in huis te hebben omdat kinderen het nodig hebben voor school.

“Ik heb mijn wifi ook moeten verhogen en meer moeten betalen. Ik heb het moeten verhogen, omdat het niet sterk genoeg was om de kinderen tegelijk online lessen te laten volgen.”- getuigenis vereniging  Ihsane

Maar de hoge prijs legt een enorme druk op de lage gezinsbudgetten. Gezinnen in armoede zullen dus regelmatige achterstal oplopen en daardoor hun toegang tot internet verliezen.

“Als mensen hun internetrekening niet kunnen betalen, wordt de toegang stopgezet. Daardoor zijn mensen zijn soms 2 weken lang niet op de hoogte van schoolcommunicatie. Tot hun uitkering gestort wordt en ze internet weer in orde kunnen brengen.”- getuigenis van een opbouwwerker in Limburg

Sociaal tarief

Om de toegang tot internet, dat voldoet aan de noden van het gezin, mogelijk te maken, is er nood aan een degelijk sociaal tarief.  Momenteel is het sociaal tarief telecom ontoereikend, zowel naar aantal gezinnen die er recht op hebben, als naar hoogte van de korting.

Zeer goed nieuws is dat er werd aangekondigd dat er vanaf 2024 een beter sociaal tarief telecom komt. Meer mensen zullen er recht op hebben. Helaas zijn we nog niet waar we graag willen zijn om iedereen toegang te garanderen. Zo ligt de vooropgestelde maximumprijs van €20 nog altijd hoog voor gezinnen met een laag inkomen. Er is ook geen mogelijkheid voorzien om ook mobiel internet aan het sociaal tarief te kunnen krijgen. Terwijl ook daar grote noden zijn.

Automatische toekenning

Het nieuwe sociaal tarief telecom zal niet automatisch toegekend worden. Praktische problemen zouden aan de basis liggen. Een gemiste kans. Net het automatisch toekennen van rechten en premies is het grote voordeel van het hele digitaliseringsverhaal, zeker voor mensen in armoede. We hopen dan ook dat er op dat vlak nog snel vooruitgang kan geboekt worden. En dat in tussentijd de procedure voor aanvraag van het sociaal tarief zo eenvoudig mogelijk wordt gehouden.

Eis 2: duurzame ondersteuning en financiering voor projecten en organisaties die toestellen en vorming aanbieden.

Internettoegang is een eerste vereiste, maar uiteraard heb je ook een toestel nodig. Ook in de toegang tot toestellen, zoals laptop en smartphone, zien we ongelijkheden. Ongeveer 70% van de Belgische bevolking heeft een laptop, maar dit cijfer daalt naar 53% voor mensen in de laagste inkomenscategorie. Alleen over een smartphone beschikken, beperkt ook de mogelijkheden die je hebt. Je huiswerk maken of een sollicitatiebrief opmaken verloopt gemakkelijker op een laptop of computer.

Naast het hebben van een kwalitatief toestel en internetverbinding, heb je ook digitale vaardigheden nodig om je weg online te vinden. 39% van de mensen in België heeft zwakke digitale vaardigheden. Risicogroepen zijn mensen boven de 55 jaar, mensen met een laag inkomen en/of mensen met een kortere scholingsgraad.

Er is dus nog heel wat werk nodig om iedereen (die dat zou willen) de nodige toestellen én de nodige vaardigheden mee te geven.

Inhaalbeweging

Er is de voorbije periode een flinke inhaalbeweging gemaakt om toestellen en verschillende vormen van ondersteuning en vorming tot bij de mensen te krijgen. Organisaties kregen middelen om aan e-inclusie te werken en projecten werden opgezet. Het onderwijs kreeg extra middelen, lokale besturen en OCMW’s kunnen projecten indienen om rond e-inclusie te werken. In verschillende gemeenten werden digibanken opgericht.

Digibank

Een digibank heeft als idee om lokaal alle belangrijke partners samen te krijgen en zorgen dat mensen toegang hebben tot toestellen, vormingen en ook ondersteuning krijgen bij vragen rond digitale dienstverlening. Potentieel is dit een zeer goede aanpak, mits er goed wordt samengewerkt met partners en de mensen voor wie het aanbod bestemd is ook worden betrokken bij de uitbouw. Zorgwekkend is wel dat de digibanken niet overal bestaan. Lokale besturen moeten een project indienen om middelen te krijgen. Dus als jij ergens woont waar geen digibank is, kan je niet rekenen op deze ondersteuning.

Onzeker

Veel van deze nieuwe projecten en initiatieven worden gefinancierd vanuit de speciale Europese relancemiddelen. Het is onzeker hoe deze projecten zullen gefinancierd worden na 2024. De aandacht die er nu is voor digitale inclusie mag absoluut niet stilvallen. De cijfers uit de Barometer Digitale Inclusie 2022 tonen immers dat problemen met digitale vaardigheden hardnekkig zijn. Ondersteuning zal dus nodig blijven. En met technologie die razendsnel evolueert, is inzetten op levenslang leren noodzakelijk.

Daarom vraagt Welzijnszorg de verzekering dat positief geëvalueerde projecten verder gezet kunnen worden na 2024.

Eis 3: gegarandeerde niet-digitale toegang tot het dienstenaanbod van de overheid. 

Eén van de grootste gevaren van de digitale evoluties is dat mensen hun weg niet meer vinden in het dienstenaanbod. De overheid is bij uitstek een belangrijke dienstverlener, niet in het minst voor mensen in armoede. 

Als voor 63% van de mensen in een armoedesituatie de digitale wereld eerder een digitaal doolhof is, dan is dat de realiteit waarin overheden hun dienstverlening en communicatie naar burgers moeten opzetten. Als zoveel mensen digitaal kwetsbaar zijn, is dat al reden genoeg om voorzichtig om te gaan met digitalisering.

Digitale uitsluiting

Het is problematisch wanneer overheden hun informatie en diensten nog enkel online aanbieden. Wie heeft toegang tot deze informatie?  Onder lichte dwang gebruik moeten maken van overheidsplatforms om belastingen te betalen, je gezondheidsresultaten te raadplegen of een premie aan te vragen, is een bron van frustratie voor veel mensen.

Onze vrees is dat het gebrek aan publiek toegankelijke (niet-digitale) informatie en diensten een negatief effect heeft op de toegang tot sociale rechten en diensten. Het niet-digitaal gebruik willen maken van overheidsdiensten mag niet leiden tot extra kosten of het niet kunnen gebruikmaken van voordelen. Je toegang tot sociale rechten mag niet afhangen van je toegang tot internet.

Click-call-connect

Het digitale aanbod moet niet teruggeschroefd worden. Het is een meerwaarde dat de overheid ook investeert in goede digitale toepassingen. Deze moet dan wel toegankelijk zijn (zowel gebruiksvriendelijk zijn als gebruik maken van klare taal) en uitgebreid getest door mensen met zwakkere digitale vaardigheden. Ook telefonische hulp blijft belangrijk en een meerwaarde. Maar vooral: het niet-digitale aanbod mag niet verdwijnen!

Per soort dienstverlening moet gekeken worden op welke manier de verschillende aspecten van click (digitaal), call (telefoon), connect (fysieke dienstverlening) opgezet moeten worden. Daarnaast is ook de manier waarop deze mogelijkheden gecommuniceerd worden van belang. Alle soorten van dienstverlening en communicatie zijn immers evenwaardig, het is belangrijk dat de burgers en hun voorkeuren op de eerste plaats gezet worden.  

Samen tegen digitale uitsluiting

Door samen te werken kunnen we digitale ongelijkheden terugdringen en uitsluiting voorkomen. We vragen een daadkrachtige overheid die de belangen van haar burgers, in het bijzonder mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie, voorop zet. Samen met alle actoren kunnen we een uitweg uit het digitale doolhof vinden.